De achterbouw: het kulturencentrum (1992 - 2002)
Begin jaren ’90 kreeg het trefcentrum onder impuls van een vernieuwd bestuur en personeelsploeg een nieuwe naam en een nieuwe missie.
Het culturencentrum De Pianofabriek profiteerde van de middelen van onder meer het federaal impulsfonds om een aantal ruimtes voornamelijk in de achterbouw, het zogenaamde Amerika-gedeelte, aan te pakken. De zaal Zabriskie Point werd de locatie voor festivals, feesten en tangocafés en de bovenste verdieping ‘Elsenor’ werd omgebouwd tot een repetitieruimte voor dans en toneel.
Ook in de tussenliggende verdiepingen werden kleine verbeteringswerken uitgevoerd: het gezelschap Martico o.l.v. Jan Hammenecker was maanden aan de slag met hard board platen om een min of meer bruikbare repetitieruimte te realiseren….
Dank zij het kansarmoedefonds bouwden we een muziekstudio- het huidige Brazzaville- dat het begin was van de succesvolle muziekwerking en opleiding voor geluids- en lichttechnieken. Studio Brazzaville bood plaats aan jonge hiphoppers uit de buurt maar ook aan projecten als Brazzakids en José Palurdo waarbij kinderen en jongeren de nieuwe media ontdekten.
De muziekwerking vond later een plaatsje binnen het muziekdecreet en bouwde een volwaardige opnamestudio uit in de kelder van de voorbouw… Studio “Z” specialiseerde zich in Urban Ethnic- cd’s.
Ook de start van de vrouwenwerking CitaDelle past in dat plaatje. Een jonge Marokkaanse kwam eerst op vrijwillige basis maar daarna betaald werken aan de emancipatie van de Marokkaanse vrouwen uit de buurt. Zij gebruikte klassiek arabisch als instrument.
Het nieuwe concept vervat in de missie van het centrum sloeg dermate aan dat een explosieve groei zorgde voor veel meer activiteiten en veel meer personeel . Deze dynamiek, waarvan het publieksonderzoek van de VUB van 2001 een getuige is, zorgde voor de nodige goodwill bij de overheid om te investeren in het centrum. Niet alleen in bakstenen maar ook in werkingsmiddelen. Het budget en de personeelsploeg verviervoudigde in die periode.